Het cultiveren van onbaatzuchtige en moedige actie in de geest van John Weidner en bevorderen van belangstelling voor de Dutch-Paris Ontsnappingslijn

Wie was John Weidner ?

John Weidner, onderscheiden met de United States Medal of Freedom (met gouden palm), het Franse Legioen van Eer en het Franse Croix de Guerre, en benoemd tot officier in de Nederlandse Orde van Oranje-Nassau, en erkend als Rechtvaardige onder de Volkeren bij Yad Vashem.

“De daden van deze illustere ridder van de geest zijn bijna legendarisch.”

—Dr. Mordecai Paldiel, directeur van de afdeling voor de Rechtvaardigen onder de Volkeren, Yad Vashem

John (Jean) Weidner was de zoon van een Nederlandse predikant, die als 28-jarige immigrant en textielhandelaar in Frankrijk woonde toen de nazi’s West-Europa binnenvielen. In 1941 sloot Weidner zich aan bij humanitaire hulpacties om Joodse en andere vluchtelingen in de onbezette zone te helpen. Hij werd al snel deel van een wereld van clandestiene verzetsactiviteiten. In 1942 lanceerde hij vanuit zijn bescheiden kledingzaak in Lyon wat een van de grootste en meest succesvolle reddingsoperaties van de Tweede Wereldoorlog zou worden.

De Dutch-Paris Ontsnappingslijn telde na verloop van tijd meer dan 300 helpers en bood onderdak, of hulp bij hun ontsnapping naar de veiligheid, aan ongeveer 3.000 mensen, waaronder meer dan honderd neergeschoten geallieerde piloten.

Weidner, een ervaren bergbeklimmer, omzeilde soms de Nazi-controleposten door Joodse vluchtelingen langs de steile kliffen van de Salève naar de vrijheid in Zwitserland te begeleiden. Hij kende het grensgebied van zijn jeugd in het Séminaire Adventiste du Salève op zijn duimpje. Hij gebruikte zijn kennis van de plaatselijke geografie en zijn contacten in de Haute-Savoie om vluchtelingen door een doolhof van dodelijke patrouilles te loodsen. Zijn kledingwinkels in Lyon en Annecy dienden als schuilplaats en front voor zijn reddingswerk.

In 1943 werd Weidner de hoofdkoerier voor het overbrengen van microfilms voor de Geallieerde Inlichtingendienst langs de “Zwitserse Route”, die was georganiseerd door Generaal Van Tricht en Willem Visser ‘t Hooft. Het ging daarbij om gevoelige berichten over de vijandelijke linies, die bestemd waren voor de familie van Charles de Gaulle.

Weidner werd een man die men in de gaten hield en de Gestapo zette een hoge prijs op zijn hoofd.  Hij werd verschillende keren gearresteerd, werd gemarteld en ontsnapte op een gegeven moment aan uitlevering aan de nazi’s door collaborateurs van Milice in Toulouse, door van een gebouw van drie verdiepingen te springen (samen met een kameraad en mede-verzetsleider, Jacques Rens). Weidner slaagde er voortdurend in met valse identiteitspapieren landsgrenzen te passeren, ondanks de toenemende gevaren—alles wat nodig was om het ondergrondse netwerk draaiende te houden.

Het noodlot sloeg toe toen een jonge vrouw uit Weidners netwerk door de Gestapo werd gearresteerd en onder bedreiging van marteling details over de operatie onthulde. Meer dan honderd leden van de Dutch-Paris werden gevangengenomen. Velen werden geëxecuteerd of naar concentratiekampen gestuurd, waaronder Gabriëlle, de zus van John. Tenminste veertig activisten van de Dutch-Paris lijn kwamen tijdens de oorlog om het leven. Na de bevrijding werkte Weidner voor de Nederlandse inlichtingendienst om onderzoek te doen naar nazi-collaborateurs. In 1955 emigreerde hij naar de Verenigde Staten.

Voor zijn moedige en onbaatzuchtige inzet om het leven van anderen te redden, werd Weidner de meest gedecoreerde Nederlander van de Tweede Wereldoorlog. In 1946 ontving hij de United States Medal of Freedom met gouden palm en het Franse Legioen van Eer. In 1947 werd hij door Koningin Wilhelmina onderscheiden als officier in de Orde van Oranje-Nassau. In 1951 ontving hij het Franse Croix de Guerre met Palm. Hij werd benoemd tot Honorary Officer of the Order of the British Empire en door de Belgische regering als Officier in de Leopoldsorde.

In 1978 werd Weidner geëerd als Rechtvaardige onder de Volkeren bij het Israëlische centrum voor de Holocaust herdenking, Yad Vashem. In 1984 ontving hij een onderscheiding van het Simon Wiesenthal Centrum. In 1993 was hij een van de zeven personen die werden uitgekozen om kaarsen aan te steken bij de opening van het United States Holocaust Memorial Museum in Washington, D.C. John Weidner overleed in 1994.

De John Henry Weidner Foundation for Altruism is een in de USA geregistreerde charitatieve organisatie die in 1996 werd opgericht dankzij de vrijgevigheid van John en Naomi Weidner. De Stichting was een van Weidners laatste inspanningen en daden van altruïsme. Het is onze missie de nalatenschap van Weidner in stand te houden en om onzelfzuchtige en moedige acties te cultiveren in de geest van John Weidner en de Dutch-Paris Ontsnappingslijn.

Eerbetoon aan John Weidner

“Hij was absoluut geweldig. Op het moment dat je hem ontmoette, voelde je dat hij een uniek mens was. Hij belichaamde medemenselijkheid. Met zijn slimheid, zijn intelligentie, zijn charisma, werd het zijn levenscredo anderen te helpen.”-Regina Koster, overlevende van de Shoah, gered door Weidner in 1942.

“Geen eer die we hem in deze wereld zouden kunnen toekennen, kan uitdrukking geven aan wat John Weidner voor zijn medemensen heeft opgeofferd. Mijn familie moest in juli 1942 uit Nederland vluchten en terwijl mijn broer door de Duitsers werd opgepakt—om nooit meer terug te keren—belandden mijn ouders en ik in de gevangenis in Annecy, Frankrijk. De Fransen gaven ons een kans op vrijheid en we hoorden van een priester over John Weidner, een man van Nederlandse afkomst. Dit was op 8 oktober 1942 en die dag begon een vriendschap die mijn familie en ik altijd zullen koesteren. Vier maanden lang had ik het voorrecht te zien hoe dee man zich volledig gaf in een gigantische inspanning om mannen, vrouwen en kinderen te redden—nooit opgevend, altijd volhardend, nooit tevreden totdat de mensen die hij onder zijn hoede nam veilig over de Zwitserse grens waren gebracht. En zelfs wachtte hij nog om er zeker van te zijn dat ze veilig waren. Er is een boek te schrijven over deze man, John Weidner, en de les die ik van hem leerde over ‘dienen,’ is een deel van mijn eigen leven geworden, hoe weinig het ook mag zijn vergeleken met zijn voorbeeld. Hij redde het leven van mijn ouders, hij redde mijn leven, hij redde het leven van zovelen, onder wie veel Joden, maar hij deed meer: hij gaf ons onderdak en voedsel, hij gaf ons de moed die we nodig hadden en bovenal werd hij het levende symbool van iemand die toegewijd was aan zijn medemensen.” –H. M. Cornelisse-Stoppleman, overlevende van de Shoah gered door Weidner in 1943.

“Ik zag een man met een nogal bleek gezicht op mij afkomen, in het zwart gekleed, zonder hoed, nogal nonchalant lopend, zijn ogen op mij gericht om mij te bekijken . . . Wij gingen een café binnen, een van de vele met uitzicht op het plein . . . en meneer Weidner vroeg mij, omdat alle andere mannen te indiscreet waren, als enige Nederlandse consulaire ambtenaar in de buurt, om de leiding op mij te nemen en de Parijse afdeling te organiseren … Deze goede Nederlander, ook al was hij ondergedoken, opende mijn hart en ik kon niets anders doen dan zijn wens in vervulling doen gaan.” Herman Laatsman, hoofd van de Parijse afdeling van de Dutch-Paris Ontsnappingslijn, getuigenis in 1945

“Ik behoor niet tot de mensen die zijn leven aan hem te danken hebben. Ik heb echter het grote voorrecht gehad met hem te mogen werken en hem in deze tijd te mogen observeren . . .  John heeft in een paar jaar tijd meer voor de mensheid gedaan dan een groot aantal andere mensen samen in een heel mensenleven voor elkaar zouden kunnen krijgen. Het kostte hem het leven van zijn geliefde zuster, zijn persoonlijk fortuin, zijn bedrijf en zijn gezondheid. En bovenal verloor hij veel vrienden voor wier dood hij zich persoonlijk verantwoordelijk voelde en voelt. Hij twijfelt nog steeds en vraagt zich af of hij dat misschien had kunnen voorkomen. Volgens de joodse legende is de wereld behouden gebleven dankzij zesendertig rechtvaardigen . . . Als je John Weidner ontmoet en in legenden gelooft, heb je een van hen ontmoet.” Edmond Salomon Chait, medewerker van de Dutch-Paris Ontsnappingslijn

“Kapitein Jean H. Weidner Jr., onderdaan van Nederland, voor uitzonderlijk verdienstelijke prestaties die de Verenigde Staten hebben geholpen bij de voortgang van de oorlog tegen de vijand op het Europese vasteland, als organisator en leider van een internationale ondergrondse ontsnappingsroute . . .  Kapitein Weidner toonde grote moed en bewonderenswaardige standvastigheid bij het organiseren en leiden van de uitgebreide ‘Dutch-Paris’ ontsnappingsroute die met succes 112 Amerikaanse en andere geallieerde vliegeniers uit Nederland, door België en Frankrijk, en over de Pyreneeën, naar Spanje heeft gebracht. Vijf keer gearresteerd door de Gestapo, slaagde hij er telkens in te ontsnappen door snel te denken of onwankelbare onverschrokkenheid te tonen bij ondervragingen onder foltering. Kapitein Weidners groot patriottisme, enthousiasme en briljante toewijding aan de Geallieerde zaak droegen wezenlijk bij aan de Geallieerde overwinning in Europa.”  – Aanbeveling voor de United States Medal of Freedom, 24 mei 1946.

“Talrijke mensen, die hun leven te danken hebben aan Jean Weidner, kwamen donderdagavond bijeen in het Minerva Paviljoen te Amsterdam, om deze grote verzetsheld te eren. ‘Weidner’ was in Frankrijk een magische naam voor allen die op weg naar Zwitserland of Spanje gestrand waren. De Duitsers waren voortdurend op zoek naar deze zoon van een Nederlandse predikant, die sinds zijn jonge jaren in het buitenland woonde. Hij deinsde voor geen enkel gevaar terug wanneer het erop aankwam Joodse landgenoten naar Zwitserland te brengen. Hij gaf nooit op, zelfs niet toen de Zwitsers onder druk van de Gestapo duizenden mensen het land uitzetten. Als een vluchteling, die geen schoenen meer had, bij John kwam, dan deed hij zijn schoenen van zijn voeten; als iemand geen geld meer had, dan gaf Weidner hem zijn laatste francs. . . .  Men had geen beter eerbetoon aan deze gelovige en bescheiden persoon kunnen geven, dan de inschrijving van zijn naam in het Gouden Boek van het Joods Nationaal Fonds te Jeruzalem.” -Artikel in Het Vrije Volk, 30 december 1949

“De President van de Verenigde Staten van Amerika heeft mij opgedragen om aan Kapitein Jean H. Weidner, Jr. de dankbaarheid en waardering van het Amerikaanse volk uit te drukken voor zijn dappere dienst bij het helpen ontsnappen van geallieerde soldaten aan de vijand.”

Generaal Dwight D. Eisenhower, bevelhebber van de United States Forces European Theater, 1946

“Ik schreef [naar degenen die naar verluid door John Weidner gered waren] om enkele verhalen te staven die hij mij nogal aarzelend had verteld, omdat het voor mij onbegrijpelijk was dat een man die zo zachtaardig was, de slimme vos kon zijn die zovelen uit de greep van de Nazi’s had weten te stelen . . . Een ontroerende anekdote kwam van een vrouw die hij, samen met haar gezin, had meegenomen naar Zwitserland. Ze zei dat het ‘s nachts erg koud was en ze merkte dat Weidner geen sokken droeg. Toen zij hem daarnaar vroeg, ontweek hij de vraag. Pas toen zij bij zijn medewerkers in Zwitserland navraag naar hem deed, ontdekte zij dat hij er geen had, omdat hij alles behalve de kleren die hij droeg had weggegeven aan de mensen die hij had gered. Ik vroeg John Weidner waarom hij herhaaldelijk zijn leven had gewaagd om zovelen te redden. Zijn antwoord was kort en bondig: ‘Het waren kinderen van God; het waren mensen.’” Haskell L. Lazere, directeur van de afdeling in New York van het Amerikaans Joodse Congres, 1966

“John was buitengewoon in die zin dat hij iets wilde doen wat voor iedere christen heel gewoon zou moeten zijn, namelijk iedereen helpen die in nood zijn pad kruiste. Het was deze volledige bereidheid om mensen te dienen, zonder de kosten te berekenen, die mij de allereerste keer dat John bij mij kwam ervan overtuigde dat deze man alle steun verdiende die ik hem zou kunnen geven. Ik wist toen nog niet tot welke opmerkelijke resultaten onze samenwerking zou leiden. Toen ik de ‘Zwitserse Weg’ moest organiseren—de organisatie om de vrije Nederlandse regering in Londen in contact te houden met de verzetsbeweging in Nederland—had ik een man met zeer veel vindingrijkheid en moed nodig om de koeriersdienst door de bezette gebieden te verzorgen. John aarzelde geen moment om deze riskante taak op zich te nemen.” Willem Visser ‘t Hooft, secretaris-generaal van de Wereldraad van Kerken, 1966.

“De daden van deze illustere ridder van de geest zijn schier legendarisch . . . In 1978 besloot Yad Vashem, het nationale monument in Jeruzalem voor het in stand houden van de herinnering aan de slachtoffers van de Holocaust, de heer Weidner de titel van ‘Rechtvaardige onder de Volkeren’ toe te kennen voor het riskeren van zijn leven tijdens de naziperiode om Joden in nood te helpen. Een boom met zijn naam siert trots de Tuin der Rechtvaardigen in Yad Vashem. Dr. Mordecai Paldiel, directeur van de afdeling voor de Rechtvaardigen onder de Volkeren, Yad Vashem, 1992.

“De confrontatie met goedheid kan een pijnlijker uitdaging zijn dan de confrontatie met kwaad. Het is één ding om het sadistische gedrag van een Klaus Barbie te bestuderen en te veroordelen, maar iets heel anders om het reddingsgedrag van een John Weidner te bestuderen en te erkennen. Dat stelt ons voor een harde spiegel. Zou ik een zwangere vrouw, een hongerig of dakloos kind, een bejaard, bang echtpaar redden, hen voedsel en onderdak verschaffen, hun afval opruimen en hen in hun ziekte verzorgen – als ik wist dat daardoor mijn gezin zou kunnen worden overvallen door nazi-achtervolgers en hun informanten? De goedheid van de redder doet de grondvesten van mijn aanspraken op deugdzaamheid schudden. Het gedrag van redders van vlees en bloed dwingt mij om lang en hard na te denken over mijn eigen goedheid en om in gedachten na te gaan welke keuzes ik in soortgelijke situaties zou maken.” Rabbi Harold Schulweis, in zijn toespraak op John Weidners begrafenis, 1994.

“John Weidners gehele leven stond in het teken van geven, in de geest van wat wij Tikkun Olam noemen. Tot aan zijn dood in 1994 leefde hij een leven van onbaatzuchtigheid en dienstbaarheid, onvermoeibaar pogend om van de wereld een betere plaats te maken.” Abraham Foxman, Nationaal Directeur, de Anti-Defamation League, 2014.